woensdag 1 augustus 2018

De terugkeer van de keizersmantel

In 1980 verdween de keizersmantel uit ons land als standvlinder, dat wil zeggen dat er geen levensvatbare populaties meer waren die zich voortplantten. Aan de basisvoorwaarden voor het ontwikkelen van de rupsen kon niet meer worden voldaan: er waren te weinig bosviooltjes om de rupsen te voeden. De vlinders fladderden nog wel eens door ons land, maar daar bleef het dan ook bij. Tot 2015, toen op vier plaatsen in Nederland ineens weer keizersmantels opdoken: in Eys (Limburg) en Winterswijk (Gelderland), grensstreken waar je remigranten zou verwachten. Maar ook aan onze kust, in de duingebieden van Meijendel en de Amsterdamse Waterleidingduinen ontstonden grotere populaties. De keizersmantel is een krachtige vlieger en kan flinke afstanden afleggen. De afgelopen jaren kwamen er steeds meer meldingen van grote aantallen keizersmantels in de Waterleidingduinen. Dat wilde ik graag met eigen ogen zien, want ik vind onze grootste parelmoervlinder een beauty en ben blij dat hij 'terug' is. De keizersmantel stelt nogal wat eisen aan de leefomgeving. Dat heeft vooral te maken met de bijzondere wijze van voortplanten.
By Karl Eckstein, wikimedia
De meeste vlinders zetten hun eitjes rechtstreeks af op de waardplant; de plant die de rupsen nodig hebben om te eten en te groeien. Dat is het meest efficiënt ook, zou je zeggen. Toch gaat het bij de keizersmantels anders. In augustus zetten de vrouwtjes de eitjes af tussen, liefst met mos begroeide, schors van eiken op ongeveer 1-1,5 meter hoogte. Niet elke eik komt in aanmerking, het gaat om eentje waar bosviooltjes in de buurt groeien en waar voldoende licht op de bodem door kan dringen. Het rupsje komt nog voor de winter uit het ei en brengt de koude maanden vastend door tussen de schors. In april kruipt de rups naar de viooltjes voor zijn eerste feestmaal. Hij verpopt aan een takje tussen de strooisellaag. Op de botanische tekening zie je de keizersmantel en de bijbehorende pop onderaan (de 6-nummers). Begin juli kun je de eerste vlinders zien, maar het hoogtepunt is in de tweede helft van juli en de eerste weken van augustus. In de Waterleidingduinen zag ik de vlinders vooral nectar zuigen op het duinkruiskruid, maar ze eten ook honingdauw.
De verdikte geurstrepen op de bovenste vleugels zijn heel opvallend. Met behulp van feromonen (geurstoffen) communiceren de mannetjes met de vrouwtjes.

In het filmpje zie je behalve de grote aantallen keizersmantels een nieuwsgierig damhertenkalfje en een eikenpage, ook geen alledaagse vlinder. E-mailabonnees kunnen hier klikken om het filmpje te zien.


Geen opmerkingen: