vrijdag 24 augustus 2018

Afrikaantjes uit midden Amerika

In de jaren 70 sierden ze menige tuin, maar langzaam verdwenen ze uit het straatbeeld: de heldere oranje bloemen van Afrikaantjes. Misschien had dat ook een beetje te maken met de vreemde, minder prettige geur, waarom deze plantjes ook wel stinkertjes worden genoemd. Anders dan je zou verwachten met deze naam, groeiden ze oorspronkelijk in Midden-Amerika. Het waren heilige planten voor de inheemse Azteken, zij noemden ze cempoalxóchitl. In 1552 zijn ze beschreven in de De La Cruz-Badiano Aztec Herbal, een latijnse vertaling van het oorspronkelijke 'Kleine boek van medicinale planten van de Indianen'. Volgens de Azteken hielp het plantje tegen de hik. Het zou ook voorkomen dat je geraakt werd door een bliksemschicht en je moest het vooral meenemen als je een rivier of ander water veilig wou oversteken. In de 16e eeuw namen de Spaanse conquistadores zaden van de Afrikaantjes mee naar Europa. In Spaanse kloostertuinen bleken ze het goed te doen. Voor ze onze streken bereikten, maakten ze een omweg want de Spanjaarden verspreidden de zaden naar Afrika. Hier ontstond een 'Afro-Amerikaanse' variant, die groter en mooier was dan de wilde Afrikaantjes uit Mexico. Wellicht is daar dus de naam Afrikaantjes ontstaan. Uiteindelijk zijn de zaden van deze Afro-Amerikaanse plantjes nogmaals de oceaan overgestoken om ingeburgerd te raken in Noord-Amerikaanse tuinen.

Altaar tijdens Dia de Muertos
By Paolaricaurte, Wikimedia Commons
In Mexico en andere delen van Latijns-Amerika worden Afrikaantjes nog steeds gebruikt om huisaltaren te versieren. Op Allerheiligen en Allerzielen worden de graven voorzien van de oranje bloemen. Mexicanen offeren tijdens de Día de Muertos voedsel en drank op de begraafplaats aan hun overleden dierbaren. Zij geloven dat de geesten van de overledenen hen opzoeken. De sterke geur en felle kleur van de Afrikaantjes leiden de geesten naar het altaar.

In India worden honderdduizenden Afrikaantjes gekweekt omdat de bloemen een belangrijke plaats innemen bij ceremonies van de Hindoegodsdienst, zoals het Diwali lichtfeest. Ook in het boeddhisme worden Afrikaantjes gebruikt om het altaar te versieren. Op een binnenplaats van een klooster in Bhutan zagen we deze monnik bezig met zijn bloemschikwerkzaamheden.
Een monnik in Bhutan
maakt een altaarstuk


Verder wordt de oranje kleurstof van Afrikaantjes gebruikt in natuurlijke verf. Maar ook toegepast als saffraan-voor-de-armen. De bloemen zijn eetbaar en worden wel verwerkt in cakejes. Door gedroogde bloemblaadjes te voeren aan kippen worden de eidooiers mooi van kleur. En het veld met Afrikaantjes dat je in het filmpje ziet? De boomkwekers in Hazerswoude en Boskoop beplanten akkers tijdelijk met deze bloemen om bodemaaltjes op een natuurlijke manier te bestrijden. Zo is het Afrikaantje bij ons dus opnieuw populair aan het worden. Geniet van de kleurenpracht in het filmpje, waarin je niet alleen Afrikaantjes ziet, maar ook swingende zonnebloemen en andere zomerbloeiers.

E-mailabonnees kunnen hier klikken om het filmpje te bekijken.


2 opmerkingen:

Tine de Jong zei

Een heel mooi maar ook erg interessante blog en ja het is waar je ziet hen niet vaak meer in de tuinen staan. Mijn pleegouders hadden ze wel vroeger. Er zijn vele oude bloemen van vroeger die men niet vaak meer of helemaal niet ziet. Dank je wel voor deze informatie blog die ik met plezier heeft gelezen.

Monique zei

Hallo Tine, ik was zelf erg benieuwd waar de naam Afrikaantjes vandaan kwam en op mijn zoektocht kwam ik deze info tegen in verschillende bronnen. Bedankt en groetjes